Bijna 23 jaar na de val van de Berlijnse Muur krijg ik nog steeds tranen in mijn ogen bij de televisiebeelden van toen. Gelukkige, huilende en uitbundig vierende mensen. Oude herinneringen komen naar boven. Hoe ik vroeger in het bos speelde van de verdeelde stad Berlijn en er tegen bordjes aanliep met 'You are leaving the American sector' en direct daarachter de Muur. Hoe ik aan de westerse kant van de grens roeide en aan de andere kant de Oost-Duitse waterpolitie patrouilleerde, die ook op het water de weg naar de vrijheid versperde. Maar bovenal herinneringen aan de apotheose van de val, waarbij ik die novembernacht in 1989 zelf op de Muur stond bij de Brandenburger Tor. Tranen en emoties van heel veel Duitsers vormden de basis voor onvoorwaardelijke financiële solidariteit: transfers door tranen.
Maar als het om oplossingen voor de eurocrisis gaat, zijn er twee kampen: de profeten van het einde van de euro en de federalisten, die de euro alleen zien overleven in de Verenigde Staten van de Eurozone. Een federale structuur met transferbetalingen, naar Duits voorbeeld. Gek genoeg lokt het woord 'transferunie' net bij de Duitsers een allergische reactie uit. Want de Duitse ervaring gaat veel verder terug.
Al in 1950 begon de Länderfinanzausgleich, synoniem voor de directe en indirecte herverdeling van belastinggelden. Inmiddels wordt jaarlijks 35 miljard euro herverdeeld. Tot grote economische convergentie heeft dat echter niet geleid. Na 60 jaar is er één succesverhaal: Beieren. De welvarende deelstaat onderging een metamorfose van netto-ontvanger naar nettobetaler, en is nu zelfs de grootste betaler in het Duitse systeem.
Het is niet enkel een Duitse les: transferbetalingen remmen vaak hervormingen. Waarom moeite doen als het helpende geld vanzelf binnenkomt? Dat systeem komt onder grote druk zodra de netto-betalers de broekriem moeten aanhalen. Want jaloezie doet de solidariteit en gulheid snel slinken. Zelfs in eigen land.
Zestig jaar Duitse transferunie bewijst dat onvoorwaardelijke steun de verschillen in inkomsten en welvaart hooguit stabiliseert. Economische convergentie komt er uitsluitend op eigen kracht. Onvoorwaardelijke steun komt voort uit emoties, niet uit economische overwegingen. Ik vrees dat over twintig jaar weinig Duitsers met tranen in de ogen naar televisiebeelden van de Akropolis zullen kijken. Daarom kunnen we alleen maar concluderen: zonder tranen geen transfers.
Deze column verscheen vandaag in het Belgische dagblad "De Tijd".
No comments:
Post a Comment